Hij komt binnen in zijn zwart verwassen, veel te lang niet gewassen korte joggingbroek met daarboven een shirt dat ik dagelijks terug zie maar nog steeds even afschuwelijk vind. Ik bekijk zijn net iets te lange, onverzorgde baard, al noem ik het eerder plukken haar verdeeld over de onderkant van zijn gezicht. Een baard kun je het niet echt noemen namelijk. Er zijn momenten dat ik zijn gezichtsbeharing schattig vind, maar op dit moment, in combinatie met zijn kleding en zijn wallen, vind ik dat duidelijk niet.
Een kus zit er niet in, want we hebben het allang over dingen die er eigenlijk helemaal niet toe doen, maar wel bespreken. Misschien maar beter ook, ik heb heel de dag mijn tanden nog niet kunnen poetsen. Mijn tandenborstel viel begin de dag achter de wasmachine en daar ligt hij nog steeds, vol stof en dode vliegen. De zin en energie om een nieuwe te halen heb ik tot nu toe nog niet gehad. Net iets meer dan een jaar zijn we samen, maar kennen (en zien) elkaar al een stuk langer dan dat. Één ding was duidelijk, ik gaf daar meer om dan hij. Één jaar met elkaar volhouden, ik vind het nogal wat. Ik vind best dat we daar bij stil mogen staan, maar dat is natuurlijk niet wat er gebeurde. De dag ging voorbij als elk ander. Hij bood aan uit eten te gaan, of te gaan lunchen, ik was degene die er liever voor koos om thuis te blijven. We hebben allebei een nogal bewogen leven, dan is samen een pyjamadag houden het fijnste dat er is, hij was het daar mee eens.
Tijdens ons gesprek knik ik zo af en toe ja, al heb ik geen idee waar we het precies over hebben. Schijnbaar is hij tussendoor opgestaan om broodjes te smeren, aangezien hij als een hongerig beest drie kadetten met filet american zit weg te kauwen. Niet eens doorgehad. Tijdens het eten praat hij verder en vliegen de stukken voedsel rond mijn oren. Ik zeg er niets van, want ik zit met mijn gedachten heel ergens anders. Ik pluk wat aan mijn dood geblondeerde punten, staar voor mij uit en besef mij dat ik er behoorlijk mee zit dat hij mij niet kust bij binnenkomst of ons jubileum voorbij heeft laten gaan zonder mij een fijn of speciaal gevoel te geven.
Uit eten gaan we heel vaak, en waardeer ik elke keer weer, maar had voor het jubileum geen speciale toevoeging gehad (mits hij flink had uitgepakt natuurlijk. Lees: ultra luxe restaurant, het afhuren van een restaurant of bijvoorbeeld een pad aan rozenbladen die ik moet volgen naar ons favoriete restaurant. Maar dat gebeurt alleen in films). Eigenlijk was een kaart met tekst recht vanuit het hart (niet van Google) al voldoende geweest. Of het vast pakken van mijn gezicht en mij vertellen hoe verdomde blij hij met mij is om vervolgens de liefde te bedrijven als nooit te voren. Maar dan bedenk ik mij ineens: “ik moet echt minder films en series gaan kijken”.
Net als hij zijn mond leeg heeft en voorover buigt om (met stukken voedselresten in zijn mondhoeken) mij een kus te geven, gaat zijn telefoon. Hij komt wat onhandig van de bank en loopt richting de slaapkamer. Ik trek mijn benen in, schrik even van de rollen die er rond mijn middel ontstaan, neem een hap van mijn croissant en zap van Tour de France naar een veel interessanter programma, Dr. Phil. Heerlijk, de problemen van een ander.
Terwijl ik zijn stem flink hoor verheffen en hem door de slaapkamer hoor rondlopen praat ik in mijn hoofd met mijzelf. Er is op dit moment namelijk niemand anders waar mee ik dit beter kan bespreken dan met mijzelf. Nam ik zelf eigenlijk initiatief om hem bij binnenkomst een kus te geven? Of er desnoods om te vragen. Kwam ik met een kaart vol met lieve woorden? Je zou het haast denken, want taal is toch echt wel een beetje mijn ding. Dat deed ik niet. Ook ik scheer liever, net als hij zijn “baard”, mijn benen niet, puur uit luiheid. En ik hoor hem daar nooit over. Ik zit er weleens mee dat hij net te weinig zegt dat ik er goed uit zie, maar andersom is dat net zo (al moet ik wel eerlijk tegen mijzelf blijven: ik doe mijn best, hij niet). Wellicht zou ik moeten leren om de liefde, die ik (tot in de kleinste dingen) ontvang, meer te waarderen en zou ik minder moeten hunkeren naar het geen waarvan ik weet dat het er niet gaat komen. Een sukkel in de liefde, maar wel een sukkel overladen met liefde.

What do you think?