By 
1. Je vader is een dief. Hij heeft alle sterren van de hemel gestolen en ze in jouw ogen gestopt.
2. Weet jij waar mijn shirt van is gemaakt? Boyfriend material.
3. Ik ben een slak, maar ben mijn huisje verloren. Mag ik bij jou komen slapen?
4. Deed het pijn toen je uit de hemel viel?
5. Ik geef een feestje in m’n mond. Zin om te komen?
6. Ben jij je tong verloren? – Nee hoor! – Gelukkig maar, want die heb je zo nog nodig.
7. Geloof jij in liefde op het eerste gezicht of zal ik nog een keertje langslopen?
8. Ben jij niet moe? Je loopt al uren rondjes in mijn hoofd.
9. Is het nou zo warm hier, of ben jij zo heet?
10. Mag ik een foto van je? Dan weet Sinterklaas precies wat hij me moet geven.
11. Ik zou je graag versieren, maar ik ben mijn slingers vergeten.
12. Ik heb morgen een kater en nu zoek ik nog een poes.
13. Heb je een kaart? Ik blijf maar verdwalen in je ogen.
14. Ken ik jou niet uit Griekenland? Niet? Daar komen toch alle godinnen vandaan?
15. Als ik nou voor jou kook, ben jij dan mijn toetje?
16. Mijn naam is (…). Onthoud het, je gaat het straks nog schreeuwen.
17. Wil jij serieus genomen worden?
18. Wil je met hem dansen? (wijst naar zijn vriend)
19. Heb jij ook zo’n hekel aan openingszinnen?
20. Als ik een papegaai was en jij een piraat, zal ik dan op deze (hand op meest dichtbij zijnde schouder) of deze (arm om schouders) schouder zitten?
What do you think?